verscheidt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·scheidt

Werkwoord

vervoeging van
verscheiden

verscheidt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verscheiden
    • Jij verscheidt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verscheiden
    • Hij verscheidt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verscheiden
    • Verscheidt!