valt over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • valt over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overvallen

valt over

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvallen
    • Jij valt over. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overvallen
    • Hij valt over. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overvallen
    • Valt over! 
Verwante begrippen

Gangbaarheid