vaar voorbij
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vaar voorbij (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvar vorˈbɛi / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- vaar voor·bij
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorbijvaren |
vaar (…) voorbij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijvaren
- Ik vaar voorbij.
- gebiedende wijs van voorbijvaren
- Vaar voorbij!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijvaren
- Vaar je voorbij?
Gangbaarheid
- Het woord vaar voorbij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.