turn om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • turn om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omturnen

turn (...) om

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omturnen
    • Ik turn om. 
  2. gebiedende wijs van omturnen
    • Turn om! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omturnen
    • Turn je om?