tuinlijster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tuinlijster (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- tuin·lijs·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tuin zn en lijster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuinlijster | tuinlijsters |
verkleinwoord | tuinlijstertje | tuinlijstertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Turdus hortulorum een zangvogel uit de familie lijsters (Turdidae). Deze soort komt voor in China, Hongkong, noord- en Zuid-Korea, Macau, Rusland en Vietnam
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'tuinlijster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.