trouwakte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

het tekenen van de trouwakte
Uitspraak
Woordafbreking
  • trouw·ak·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwakte trouwakten
trouwaktes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de trouwaktev / m

  1. de officiele schriftelijke verklaring dat men met elkaar getrouwd is
    • De Amerikaanse zwemmer Ryan Lochte is getrouwd. Hij gaf zijn jawoord aan voormalig Playboymodel Kayla Rae Reid. Op basis van de trouwakte meldt TMZ dat het huwelijk dinsdag plaatsvond in Gainesville in Florida. Ryans vader Steven was getuige van de ceremonie.[2] 
    • Familie en vrienden wachten vol spanning op het ja-woord van Maya en Bas. De ambtenaar spreekt hun namen uit, maar wacht even, dat zijn hun roepnamen. Moeten hun officiële namen niet genoemd worden? Ach, foutje, het is feest denken ze. In de wolken zijn ze. De ambtenaar leest de trouwakte voor. En leest dan de naam van de jongere broer in plaats van de bruidegom voor. Dat kan toch niet waar zijn?De hele zaal valt stil. Wie is dat dan wel?, vraagt de trouwambtenaar. De tweelingbroer van Bas steekt zijn hand op. Wat een blunder. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 12 jan. 2018
  3. de Telegraaf 04 nov. 2017