tramhalte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tram·hal·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tram en halte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tramhalte | tramhalten tramhaltes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een stopplaats voor trams
- Voor sommigen is het misschien oud nieuws dat de poes Ake, die tien jaar bij de Rotterdamse tramhalte Oude Plantage zat, een eigen Facebook-pagina heeft. Dat die pagina, Tram-Poes, na zijn dood in mei nog steeds populair is (meer dan 33.000 likes). En dat hij op Google Street View nog bij de halte te zien is. [2]
Gangbaarheid
- Het woord tramhalte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tramhalte" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Paul Steenhuis 5 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be