totaliter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • to·ta·li·ter
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

totaliter

  1. (formeel) Alles bij elkaar, in het geheel
    • Totaliter telt dit register om en nabij de 1.100 ingeschrevenen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be