toogpraat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toog·praat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toogpraat
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toogpraatm

  1. kletspraatjes die verteld worden tijdens informele bijeenkomsten
    • Het Belgisch parlement neemt de zaak hoog op. Politici ondervroegen de minister over zijn gedrag, het telefoontje en zijn kennelijk nutteloze reis naar New York. De minister noemde de blog 'achterklap en toogpraat' en zei dat hij wel degelijk een vol programma had. Hij erkende dat er was gebeld, maar er zou niet zijn aangedringen op ontslag. [1] 
    • De burgemeester wil het imago van zijn stad opkrikken. Met een pretpark, met lofts… Een tragedie en een achtbaanrit. Voor wie? U houdt van een schrijver die toogpraat op niveau brengt. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Het Parool 1 DECEMBER 2008 Blog over dronken minister kost Nederlandse baan
  2. De Standaard 28/07/2017 door Veerle Vanden Bosch De 5 beste boeken van de week
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be