tonsureert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tonsureert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ton·su·reert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tonsureren |
tonsureert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tonsureren
- Jij tonsureert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tonsureren
- Hij tonsureert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tonsureren
- Tonsureert!