tijdtabel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tijd·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd zn en tabel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdtabel | tijdtabellen |
verkleinwoord | tijdtabelletje | tijdtabelletjes |
Zelfstandig naamwoord
- schema met tijden waarop bepaalde handelingen starten en stoppen
- ▸ Met een routebeschrijving en een tijdtabel kunnen bezoekers langs balkonnetjes wandelen of fietsen, waar op gezette tijden optredens zijn. In de route worden ook gebouwen in de stad beschreven, waarover tot nu toe weinig informatie was. Het Architectuurcentrum heeft hiervoor onderzoek gedaan.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. schema met tijden waarop bepaalde handelingen starten en stoppen
Gangbaarheid
- Het woord 'tijdtabel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Marjon Kok“Eerste balkonfestival komt in Enschede” (23-04-2017), Tubantia