tijdtabel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tijd·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdtabel tijdtabellen
verkleinwoord tijdtabelletje tijdtabelletjes

Zelfstandig naamwoord

de tijdtabelv / m

  1. schema met tijden waarop bepaalde handelingen starten en stoppen
     Met een routebeschrijving en een tijdtabel kunnen bezoekers langs balkonnetjes wandelen of fietsen, waar op gezette tijden optredens zijn. In de route worden ook gebouwen in de stad beschreven, waarover tot nu toe weinig informatie was. Het Architectuurcentrum heeft hiervoor onderzoek gedaan.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 maart 2022 Weblink bron
    Marjon Kok
    “Eerste balkonfestival komt in Enschede” (23-04-2017), Tubantia