testcapaciteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- test·ca·pa·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van test en capaciteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | testcapaciteit | testcapaciteiten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de testcapaciteit v
- de omvang van het vermogen om tests uit te voeren of te verwerken
- De testcapaciteit van het ziekenhuis was 2000 monsters per dag.