televisiegids
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·vi·sie·gids
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van televisie en gids
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | televisiegids | televisiegidsen |
verkleinwoord | televisiegidsje | televisiegidsjes |
Zelfstandig naamwoord
de televisiegids m
- een tijdschrift waarin een tabel staat met welke radio- televisieprogramma's, op welke tijd en op welk kanaal worden uitgezonden
- Meestal geeft een televisiegids een overzicht van de programma's van één week.
Gangbaarheid
- Het woord televisiegids staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "televisiegids" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be