telegrafeert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·gra·feert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
telegraferen |
telegrafeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telegraferen
- Jij telegrafeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telegraferen
- Hij telegrafeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van telegraferen
- Telegrafeert!