tank bij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tank bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijtanken

tank bij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtanken
    • Ik tank bij. 
  2. gebiedende wijs van bijtanken
    • Tank bij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtanken
    • Tank je bij? 


Gangbaarheid