tæt
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- tæt
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord þéttr
Naar frequentie | 522 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | tæt | tættere | tættest |
o enkelvoud | tæt | |||
meervoud | tætte | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
tætte | tættere | tætteste |
Bijvoeglijk naamwoord
tæt
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen
Bijwoord
tæt
Verwijzingen
- tæt in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk