synct

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • synct

Werkwoord

vervoeging van
syncen

synct

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van syncen
    • Jij synct. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van syncen
    • Hij synct. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van syncen
    • Synct!