Naar inhoud springen

switch aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • switch aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanswitchen

switch (…) aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanswitchen
    • Ik switch aan. 
  2. gebiedende wijs van aanswitchen
    • Switch aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanswitchen
    • Switch je aan? 

Gangbaarheid