surveilleert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sur·veil·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
surveilleren |
surveilleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surveilleren
- Jij surveilleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surveilleren
- Hij surveilleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van surveilleren
- Surveilleert!