sucre

Uit WikiWoordenboek
Sucre
Suiker


Anglo-Normandisch

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

sucre

  1. (voeding): suiker
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen


Catalaans

Zelfstandig naamwoord

sucre m

  1. suiker


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  sucre     le sucre     sucres     les sucres  

Zelfstandig naamwoord

sucre m

  1. suiker

Werkwoord

vervoeging van
sucrer

sucre

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sucrer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van sucrer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van sucrer