studielening

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·die·le·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studielening studieleningen
verkleinwoord studieleninkje studieleninkjes

Zelfstandig naamwoord

de studieleningv

  1. (onderwijs), (financieel) een geldelijke lening (verstrekt door de overheid) die men aangaat om een studie te betalen
     De meeste medestudenten aan de Handelshogeschool hadden het waarschijnlijk allemaal als een grap gezien, of als een sport met de bedoeling de studielening te verdubbelen die alle studenten van het land cadeau kregen van de sociaaldemocratische staat, ook wie het totaal niet nodig had.[1]
     Zo'n 60 procent weet niet dat er een maximum zit aan bijverdienen als je een studielening krijgt. Verder zijn jongeren matig geïnformeerd over hun cao, vakantiedagen en vakantiegeld.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 23 september 2022 Weblink bron “Weinig zomerbaantjes voor jongeren dit jaar: geen discotheek, maar een camping” (Woensdag 1 juli 2020), NOS