stoppenkast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stoppenkast (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stop·pen·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoppenkast | stoppenkasten |
verkleinwoord | stoppenkastje | stoppenkastjes |
Zelfstandig naamwoord
- de meterkast waarin ook de stoppen zitten voor de elektriciteit
- Vrijdagmiddag zei mijn kookplaat opeens 'foefff'met een felle vonk onder de bovenste knop. De schakelaar in de stoppenkast liet zo'n zelfde vonk zien, dus belde ik de elektricien.[1]
- Gisteren zocht ik dus met weinig hoop in de stoppenkast (want daar wonen in ieder normaal huishouden de peertjes) naar een vervanger voor de doorgebrande lamp op de schoorsteenmantel. Er lág zowaar een doosje. '320 lumen'stond er op. 'Wat(t)?', dacht ik. Wat zijn lumen? Of zijn het lumens? Is het een luum, twee lumen? En waarom? Waar is mijn watt gebleven?[2]
Gangbaarheid
- Het woord stoppenkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoppenkast" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Volkskrant Tallina van den Hoed 4 maart 2014 Zonder kookplaat, met karma
- ↑ Volkskrant SYLVIA WITTEMAN 21 november 2011 Peertje
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be