stijfte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stijf·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stijfte | stijftes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de stijfte v
- het stijf zijn
- de mate waarin iets stijf is
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'stijfte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stijfte" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be