stieten uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stieten uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstotə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- stie·ten uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitstoten |
stieten (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitstoten
- Wij stieten uit.
- Jullie stieten uit.
- Zij stieten uit.
- Wij stieten uit.
Gangbaarheid
- Het woord 'stieten uit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.