stichtten brand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stichtten brand (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɪxtə(n) ˈbrɑnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- sticht·ten brand
Woordherkomst en -opbouw
- uit stichtten (werkwoord) en brand (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
brandstichten |
stichtten (…) brand
- meervoud verleden tijd van brandstichten
- Wij stichtten brand.
- Jullie stichtten brand.
- Zij stichtten brand.
- Wij stichtten brand.
Gangbaarheid
- Het woord stichtten brand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.