stemvolume
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stemvolume (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stem·vo·lu·me
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stemvolume | stemvolumes stemvolumen |
verkleinwoord |
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stem zn en volume zn
Zelfstandig naamwoord
het stemvolume o
- de luidheid van de menselijke stem tijdens het praten
- ▸ 'Als zij', zijn stemvolume daalde nog meer, 'ieens omvalt, is dat vreemd, op die leeftijd.'[1]
- ▸ Je hoorde het feilloos aan het stemvolume van de bondscoach: een resultaat tegen Italië was cruciaal voor De Boer, juist op een avond die hem en Oranje ook qua veldspel weer wat zuurstof verschafte. Tevreden wandelde De Boer meteen na afloop naar binnen, eindelijk met wat kleur op de wangen.[2]
Vertalingen
1. de luidheid van de menselijke stem tijdens het praten
Gangbaarheid
- Het woord stemvolume staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
- ↑ Weblink bron “Oranje en De Boer hebben weer blosje op de wangen na remise in Italië” (14-10-2020), Tubantia