stemden af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stemden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɛmdə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- stem·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstemmen |
stemden (…) af
- meervoud verleden tijd van afstemmen
- Wij stemden af.
- Jullie stemden af.
- Zij stemden af.
- Wij stemden af.
Gangbaarheid
- Het woord stemden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.