standaardiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stan·daar·di·seert

Werkwoord

vervoeging van
standaardiseren

standaardiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van standaardiseren
    • Jij standaardiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van standaardiseren
    • Hij standaardiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van standaardiseren
    • Standaardiseert!