standaardiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stan·daar·di·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
standaardiseren |
standaardiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van standaardiseren
- Jij standaardiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van standaardiseren
- Hij standaardiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van standaardiseren
- Standaardiseert!