stadionramp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·di·on·ramp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadionramp stadionrampen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stadionrampv / m

  1. (sport) (bouwkunde) groot ongeluk dat plaatsvindt in een sportstadion
     'Stadionramp met mazzel voorkomen, Gelderse derby voortaan zonder uitfans'[1]
     De voetballers van Kameroen speelden met rouwbanden, vijf dagen na een van de grootste stadionrampen uit de Afrikaanse voetbalgeschiedenis. Acht mensen lieten het leven in het gedrang bij het stadion voorafgaand aan de achtste finale tegen de Comoren. En 38 mensen raakten gewond, van wie zeven ernstig.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “'Stadionramp met mazzel voorkomen, Gelderse derby voortaan zonder uitfans'” (Maandag 18 oktober 2021, 00:44), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Na stadionramp juicht voetbalgek Kameroen weer voor nationale helden” (Zaterdag 29 januari 2022, 19:22), NOS