spreng
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spreng
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spreng | sprengen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (waterbeheer) bron of bovenloop van een beek
- (waterbeheer) gegraven beek
Synoniemen
Vertalingen
1. gegraven beek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sprengen |
spreng
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprengen
- Ik spreng.
- gebiedende wijs van sprengen
- Spreng!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprengen
- Spreng je?
Gangbaarheid
- Het woord spreng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spreng" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ spreng op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be