spoelden af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spoelden af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spoel·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afspoelen |
spoelden af
- meervoud verleden tijd van afspoelen
- Wij spoelden af.
- Jullie spoelden af.
- Zij spoelden af.
- Wij spoelden af.
Gangbaarheid
- Het woord spoelden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.