spiegelt af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spiegelt af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spie·gelt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afspiegelen |
spiegelt af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspiegelen
- Jij spiegelt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspiegelen
- Hij spiegelt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afspiegelen
- Spiegelt af!
Gangbaarheid
- Het woord spiegelt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.