sorteert uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sor·teert uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitsorteren |
sorteert (...) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsorteren
- Jij sorteert uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsorteren
- Hij sorteert uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsorteren
- Sorteert uit!
Gangbaarheid
- Het woord sorteert uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.