soepvlees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- soep·vlees
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van soep en vlees [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soepvlees | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het soepvlees o
- (voeding) vlees om soep van te koken
- vlees waarvan soep is getrokken
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord soepvlees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "soepvlees" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ soepvlees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be