snoer dicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snoer dicht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snoer dicht
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtsnoeren |
snoer (...) dicht
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtsnoeren
- Ik snoer dicht.
- gebiedende wijs van dichtsnoeren
- Snoer dicht!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtsnoeren
- Snoer je dicht?
Gangbaarheid
- Het woord snoer dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.