snijdt uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snijdt uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnɛit ˈœyt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- snijdt uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitsnijden |
snijdt (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsnijden
- Jij snijdt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsnijden
- Hij snijdt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsnijden
- Snijdt uit!
Gangbaarheid
- Het woord snijdt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.