smeert op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smeert op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opsmeren |
smeert (...) op
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsmeren
- Jij smeert op.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsmeren
- Hij smeert op.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opsmeren
- Smeert op!
Gangbaarheid
- Het woord smeert op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.