sinusintegraal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- si·nus·in·te·graal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sinus en integraal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sinusintegraal | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- de kan met een reeksontwikkeling worden bepaald
Gangbaarheid
- Het woord 'sinusintegraal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.