serafijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·ra·fijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘engel van hoge rang’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm), letterlijk: afleiding van 'saraf/seraf' [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord serafijn serafijnen
verkleinwoord serafijntje serafijntjes

Zelfstandig naamwoord

de serafijnv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) bepaalde engel
Vertalingen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen