schoten binnen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scho·ten bin·nen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
binnenschieten |
schoten (...) binnen
- meervoud verleden tijd van binnenschieten
- Wij schoten binnen.
- Jullie schoten binnen.
- Zij schoten binnen.
- Wij schoten binnen.