schotelwarmer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scho·tel·war·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schotel en warmer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schotelwarmer | schotelwarmers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de schotelwarmer m
- (huishouden) plaat waarop men een schotel warm kan houden, rechaud
Gangbaarheid
- Het woord schotelwarmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.