schooljeugd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

schooljeugd
Uitspraak
Woordafbreking
  • school·jeugd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schooljeugd
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de schooljeugdv / m

  1. jongeren die op school zitten
     Wat zou u zeggen van De Smidse? Daar stikt het 's middags van de middelbare schooljeugd. Swingen onmiddellijk na de aardrijkskundeles.[1]
     Ticketprijzen zijn verlaagd en met (relatief) betaalbare kaartjes mag je bijna op iedere tribune zitten. Free seating heet dat. Het doel is een mooi afscheidsplaatje. Zondag zullen de tribunes in Sepang vol zitten, desnoods door schooljeugd gratis binnen te laten.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 maart 2022 Weblink bron
    Louis Dekker
    “In Maleisië scoren tweewielers beter dan Formule 1” (29-09-2017), NOS