schoolfruit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schoolfruit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• school·fruit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  school zn  en  fruit zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schoolfruit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het schoolfruit o

1. (onderwijs) (voeding) fruit dat gratis aan schoolkinderen wordt gegeven als ze op school zijn

   ▸ Verder pleit GroenLinks voor kleinere klassen in het basisonderwijs en gratis schoolfruit. Er moeten burgerraden komen met door loting aangewezen mensen, om de inspraak in de democratische besluitvorming te vergroten. Mensen die te weinig verdienen om rond te komen, krijgen maandelijks een aanvullend bedrag. De stemgerechtigde leeftijd gaat wat GroenLinks betreft omlaag van 18 naar 16 jaar. En iedereen krijgt recht op vier dagen gratis kinderopvang.

   ▸ De tachtig regels die uitgesteld worden gaan vooral over onderwerpen waarvoor volgens Timmermans te weinig draagvlak is om ze Europees te regelen. Het gaat bijvoorbeeld om Europese regels voor organisch voedsel, regels over recycling, schoolmelk en schoolfruit, accijns op alcohol en regels over zwangerschapsverlof.

Verwante begrippen

• schoolmelk, schoolmaaltijd

Gangbaarheid

• Het woord schoolfruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.