schijnaanval

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schijnaanval    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schijn·aan·val

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  schijn zn  en  aanval zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schijnaanval	schijnaanvallen
verkleinwoord	schijnaanvalletje	schijnaanvalletjes

Zelfstandig naamwoord

de schijnaanval m

1. een handeling die de tegenstander in verwarring moet brengen

   ▸ Net als bij de Franse schijnaanval verzocht Engeland weer om de volle zesduizend man Staatse steuntroepen krachtens het aloude hulpverdrag, maar ditmaal ging er ook nog een even dwingende als bedenkelijke instructie bij hoe het te voldoen: Engeland wilde de zesduizend krijgsgevangenen van Doornik.

   ▸ `Om twee uur in de nacht van 15 op 16 september deed de vijand, na een dag van bedrieglijke stilte, een schijnaanval op het buitenwerk Kijk in de Pot.

   ▸ Stevenson, die begin dit jaar overstapte van de klasse tot 78 kilogram, en Kamps deden in hun eerste ontmoeting amper onder voor elkaar. Stevenson koos op de tatami iets meer de aanval, maar de beslissing viel pas in de golden score. Kamps kreeg voor een schijnaanval haar derde straf.

Synoniemen

• schijnmanoeuvere

Gangbaarheid

• Het woord schijnaanval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.