schakel over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·kel over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overschakelen

schakel over

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschakelen
    • Ik schakel over. 
  2. gebiedende wijs van overschakelen
    • Schakel over! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overschakelen
    • Schakel je over? 


Gangbaarheid