schaduwt af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·duwt af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afschaduwen

schaduwt (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschaduwen
    • Jij schaduwt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschaduwen
    • Hij schaduwt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschaduwen
    • Schaduwt af! 

Gangbaarheid