samenscholingsverbod

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·scho·lings·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord samenscholingsverbod samenscholingsverboden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het samenscholingsverbodo

  1. verbod om samen te scholen
    • Op verschillende plekken in kantoorgebouwen van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid mogen ambtenaren niet meer in grote groepen bij elkaar komen. Vanwege onveilige vloerconstructies geldt er een samenscholingsverbod [1] 

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen