sahelbabbelaar
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- sa·hel·bab·be·laar
Woordherkomst en -opbouw
- geoniem, samenstelling van Sahel en "landstreek in Afrika " en babbelaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sahelbabbelaar | sahelbabbelaars |
verkleinwoord | sahelbabbelaartje | sahelbabbelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de sahelbabbelaar m
- (zangvogels) Turdoides plebejus een zangvogel uit de familie Leiothrichidae
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'sahelbabbelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.