sagaai

Nederlands

1. Twee sagaaien uit Madagascar (boven de metalen onderdelen van nabij).

Uitspraak

• Geluid:  sagaai    (hulp, bestand)
• IPA: / saˈɣaj / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• sa·gaai

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans sagaie / zagaie van Protoberber zaghāya "speer", cognaat met "assegaai", waarbij het Arabisch lidwoord is toegevoegd

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sagaai	sagaaien
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de sagaai v / m

1. (militair) (geschiedenis) licht houten werpspeer met en geharde of metalen punt, zoals die in Afrika werden gebruikt

   • ⧖ Haar linkerhand bestuurde het paard en haar rechter hield de sagaai omhooggeheven, om die, zoodra de gazelle onder haar bereik was, op het vlugge dier te werpen. 

Synoniemen

• assegaai

Gangbaarheid

• Het woord 'sagaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sagaai" herkend door:

8 %	van de Nederlanders;
16 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.