roulatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rou·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rouleren met het achtervoegsel -atie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roulatie | roulaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de roulatie v
- het rouleren, de omloop, het circuleren, het rondlopen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord roulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roulatie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be